Landgoed Natuurschoonwet 1928
De eigenaren wilden het woonerf met omliggende gronden van ruim 5 hectare als landgoed rangschikken onder de Natuurschoonwet 1928. Deze regeling is in 1928 door de overheid in het leven geroepen om het natuurschoon van landgoederen in stand te houden. De fiscale faciliteiten, behorende bij een rangschikking van onroerende zaken als een landgoed, maken het makkelijker dit als zodanig in stand te houden.
Voor een rangschikking moet het landgoed aan bepaalde voorwaarden voldoen met betrekking tot de grootte van het landgoed, de houtopstanden en/of natuurterreinen, de oppervlakte en omzoming van landbouwterreinen, de opstallen en het gebruik van het landgoed. Dit alles is verwerkt in een inrichtingsplan met onderbouwing. De rangschikking is inmiddels goedgekeurd door Dienst Regelingen.